Interview met Michaël Heiremans: Energiemakelaars moeten de motor van de klimaattransitie worden
Als er via Smart Energy Link één leerpunt aan de oppervlakte komt is het wel het volgende: grootschalige energieprojecten starten met een samenwerkingsdynamiek gebaseerd op vertrouwen. Via de werking van Energiemakelaar willen organisaties uit de publieke en private sector een belangrijke verbindingsrol spelen voor die broodnodige dynamiek. De POM Oost-Vlaanderen was één van de voortrekkers in de ontwikkeling van het Energiemakelaarschap. We spraken met Michaël Heiremans, projectmanager energiemakelaar bij de POM Oost-Vlaanderen, over het wordingsproces en de toekomst.
Wat moeten mensen zich voorstellen bij een Energiemakelaar?
Een Energiemakelaar is een persoon die het proces begeleidt waarbij verschillende actoren een bepaalde grondstof willen uitwisselen: dat kan industriële warmte of elektriciteit zijn, maar ook water of bijvoorbeeld afvalstromen.
Het is iemand die aan de kar trekt en hindernissen wegwerkt: een fixer en problem solver.
Veel bedrijven beseffen dat er opportuniteiten liggen in het uitwisselen van bijvoorbeeld restwarmte, maar het behoort niet tot hun core business. Een Energiemakelaar zorgt dat we de drempelvrees weghalen bij de bedrijven.
Wat was de trigger om tot zo’n concept te komen?
We zien in de markt dat een aantal cases simpelweg niet worden opgenomen. Er zijn voldoende ideeën, technologisch kan er heel veel en er is ambitie. Maar toch komen zaken niet van de grond. Hoe komt dat? Binnen een Europees Interreg Vlaanderen/Nederland project (DOEN) hebben we geprobeerd om daar een verklaring voor te vinden.
En wat was de conclusie?! We focussen te veel op hard skills, bv. technologie, efficiëntie, producten, enz.. Maar die blijken meestal niet het probleem te zijn. Het al of niet slagen van veel projecten hangt voornamelijk of van soft skills: de menselijke factor, bv. vertrouwen, samenwerking, procesaanpak, enz..
Iemand die de taken zoals hierboven opgesomd opneemt blijkt primordiaal om te evolueren naar een meer circulaire economie. We hebben dat academisch onderzoek vanuit DOEN verder gestoffeerd met 14 praktische cases uit Vlaanderen & Nederland.
Sommige dingen heb je uiteraard niet in de hand zoals bijvoorbeeld hindernissen in wetgeving. Maar ook daar willen we als Energiemakelaar ons steentje bijdragen.
Je sprak over bepaalde projecten. Welk project is voor jou de vaandeldrager van de Energiemakelaars?
Ik kan met expertise spreken over de Oost-Vlaamse projecten. Momenteel werken een sterke bedrijventerreinvereniging en het daaruit voortvloeiende bedrijf LOVITAS BV op het bedrijventerrein Bosveld/Hoogveld in Dendermonde een warmtenet uit. Als Energiemakelaar hebben we potentiële vragers en aanbieders van industriële restwarmte in kaart gebracht. Voor de eigenlijke ontwikkeling van het restwarmtenet werden ook subsidies verkregen via het Interreg Vlaanderen Nederland project SEL (Smart Energy Link). Ook ons investeringsfonds, het ‘Emma Leclercq Fonds’, participeert mee.
Maar ik wil hier wat langer stilstaan bij een warmteproject met ArcelorMittal, een multinational in het Gentse havengebied.
In 2017, nog voor het ontstaan van het Europese project DOEN, en op initiatief van ODE Vlaanderen (Organisatie Duurzame Economie), hebben we het idee van warmte-uitwisseling met de omgeving voorgelegd aan ArcelorMittal. Hun feedback was positief maar ook eerder terughoudend. Zij hadden een goed zicht op wat ze potentieel kunnen aanbieden aan warmte. Maar ze hadden geen idee wat de mogelijke vraag in de omgeving was. Data over de vraag naar warmte bij de gemeenten Zelzate, Wachtebeke, Evergem en Gent was er toen eenvoudigweg niet.
Jullie taak was initieel dus informatiegaring?
Dat klopt. We hebben data in kaart gebracht en warmtezoneringskaarten opgemaakt. Dergelijke informatie is essentieel om de warmtetransitie in goede banen te leiden. Vandaag is de opmaak van deze zoneringskaarten door de Provincies beter gestructureerd. Toen we startten met het project was dat nog niet het geval. De distributienetbeheerder Fluvius en het onderzoeksbureau Ingenium speelden bij de opmaak van onze warmtezoneringskaarten eveneens een grote rol.
Na het verwerven van die informatie hebben we alle belangrijke actoren rond de tafel gezet, ook energieleveranciers Engie en Luminus werden hierin betrokken. Zonder de dynamische rol van de Energiemakelaar waren we nooit tot dat punt gekomen.
Vloeide er ook een praktische uitwisselingscase uit voort?
Een haalbare case was te maken met het psychiatrisch centrum Sint-Jan-Baptist. Maar men zag ook potentieel met een uitwisseling naar Zelzate centrum.
Het bleek evenwel dat de gemeente Zelzate geen budget vrij kon maken in hun meerjarenplanning, dus het initiatief lag bij ArcelorMittal. Simultaan werd er een nieuwe bevraging georganiseerd bij potentiële warmtevragers in het centrum van de gemeente en de omliggende industriegebieden. Dat moest een meer accuraat beeld verschaffen over de effectieve vraag.
Alle actoren (ArcelorMittal, de verschillende gemeenten, de Provincie Oost-Vlaanderen, de POM Oost-Vlaanderen en psychiatrisch centrum Sint-Jan-Baptist) hebben een gemeenschappelijke marktbevraging opgemaakt om te peilen naar interesse in de markt om te starten met een uitwisseling tussen ArcelorMittal en het psychiatrisch centrum Sint-Jan-Baptist.
We hebben nog niet gesproken over het financiële luik. De Energiemakelaar speelt daarin geen rol?
Ik denk dat er geen gebrek is aan kapitaal ondanks de crisis. De crux zit hem volgens mij ook elders. In welke mate slaagt men erin de vraag met aanbodzekerheid te koppelen en het aanvankelijk vertrouwen in contracten te gieten. Dat is het belangrijkste issue.
Er moet een bepaalde en sterke groepsdynamiek aanwezig zijn tussen de deelnemende bedrijven. En de Energiemakelaar kan mee helpen om zo’n ecosysteem uit te bouwen.
In de case met ArcelorMittal is het minder van belang, maar voor uitwisselingsprojecten op bedrijventerreinen is het omwille van de noodzaak aan zo’n sterk ecosysteem belangrijk om met een goed werkende bedrijventerreinvereniging te werken. Dat is een conditio sine qua non. Bedrijfsleiders moeten elkaar leren kennen.
Maar toch falen veel projecten omwille van het financiële plaatje. Wat is de verklaring hiervoor?
Er zit volgens mij wel een bepaald marktfalen wat betreft de robuustheid en toekomstgerichtheid van zo’n investeringen.
Een warmtenet is namelijk nooit afgewerkt. Nieuwe potentiële aansluitingen moet men blijven onderzoeken. Bepaalde pijpleidingen worden daarom bij de start van het project best over-gedimensioneerd. Neem nu ons project in Zelzate. De meerkost voor de dimensionering werd (voor de huidige crisis) begroot op 900.000 euro. Maar wie wil die meerkost op zich nemen? Die over-dimensionering is nodig voor mogelijke toekomstige aansluitingen, maar op het moment van de investering is dat nog onduidelijk. Dat zijn ongedekte risico’s, maar wel essentieel naar de toekomst toe.
Een financieel instrument om die over-dimensionering te financieren zou een hefboom kunnen zijn. Dat wordt zeker meegenomen in de verdere uitbouw van het concept energiemakelaarschap.
Werken de verschillende Energiemakelaars in Vlaanderen eigenlijk op een eiland?
Aan het einde van het project DOEN kwamen we tot het besef dat het concept Energiemakelaar werkt. Dat mag geen stille dood sterven. We zijn op zoek gegaan naar nieuwe budgetten o.a. bij de Provincie Oost-Vlaanderen, maar hebben ook een platform opgericht waar we alle Energiemakelaars verenigingen.
Dat platform moet op termijn uitgroeien tot een sterke beroepsvereniging. We moeten verder professionaliseren. We spraken daarnet over verscheidene wetgevende barrières. Wel, het platform Energiemakelaar heeft ook als doel om op administratief en politiek niveau mee te werken aan beleidsmatige oplossingen.
We tellen momenteel 35 leden en we blijven groeien. Zowel uit publieke, semi-publieke als private organisaties.
Wil je meer weten over de werking van Energiemakelaar? Of wens je een Energiemakelaar in te schakelen?
Neem vrijblijvend contact op met Michaël Heiremans.